Praktijkvoorbeelden: Medemenselijk ondernemen bij Breman: “zeggenschap voor iedereen” 

Medemenselijk ondernemen bij Breman: “zeggenschap voor iedereen” 

Wat Tijmen Breman in 1925 begon als rijwielherstelbedrijf in Genemuiden is uitgegroeid tot een landelijk opererend installatiebedrijf. De organisatie telt inmiddels ruim twintig vestigingen, waar meer dan zeventienhonderd medewerkers een jaarlijkse omzet draaien van bijna 300 miljoen euro. Sinds 2017 staan kleinzoon Ren en achterkleinzoon Bernardo Eenkhoorn aan het roer. Bernardo kwam op jonge leeftijd in de groepsdirectie en heeft het altijd als een grote eer beschouwd dat de familie zoveel vertrouwen in hem heeft gesteld.

“Het is een grote verantwoordelijkheid. Niet alleen voor de organisatie en de medewerkers, maar ook voor de planeet, waarmee we als rentmeesters zorgvuldig moeten omgaan. Je zorgt voor iets dat niet van jou is, maar dat je in beheer hebt gekregen: de aarde, maar ook de onderneming.” Bij Breman ligt veel nadruk op de continuïteit van de onderneming, kenmerkend voor met name familiebedrijven: “We doen dit met onze stakeholders: onze medewerkers, de wooncorporaties, gemeenten, projectontwikkelaars, aannemers, andere opdrachtgevers en onze leveranciers. Samen zorgen we voor een beter woon- en werkklimaat voor onszelf en toekomstige generaties.”

Bremanisme
Breman is energiepositief: “Dat betekent voor ons dat de onderneming meer energie teruggeeft dan zij onttrekt aan medewerkers, klanten en de aarde.” De vestigingen opereren met relatief veel vrijheid, maar altijd vanuit dezelfde uitgangspunten en waarden: rentmeesterschap, sociale rechtvaardigheid en leiderschap. “We hebben met elkaar een gedeelde verantwoordelijkheid, wat voor Breman betekent dat men ook inspraak heeft.”

Al in 1972 introduceerde opa Reind Breman een bestuursmodel dat inmiddels bekendstaat als het ‘Breman Systeem’, oftewel het ‘Bremanisme’. “Breman is een samenwerkingsverband van mensen die een gezamenlijk doel nastreven. Iedereen draagt naar beste vermogen bij en is daarmee van gelijke waarde.” Door middel van een zeggenschaps- of prioriteitsaandeel hebben medewerkers en aandeelhouders de zeggenschap formeel gedeeld. De medezeggenschap is georganiseerd in ondernemingsraden, waarvan elke vestiging er een heeft. Op landelijk niveau worden regelmatig informatiebijeenkomsten georganiseerd, waar ruimte geboden wordt voor discussie. “Zowel in 2018 als in 2021 hebben we de grote lijnen opgesteld voor onze toekomststrategie. Daarbij kon iedereen meepraten, maar de feitelijke besluitvorming lag bij de OR’s.”

Het Bremanisme betekent ook dat alle medewerkers meedelen in de winst. Er is bewust gekozen voor een winstdeling met alle medewerkers in plaats van het uitgeven van aandelen, zodat iedereen profiteert van de successen van de onderneming.

Brede verantwoordelijkheid
Verduurzaming is de corebusiness van Breman, maar Bernardo benadrukt dat de wijze waarop zij dit doen voorop staat. Zo houdt hun verantwoordelijkheid niet op bij het leveren en plaatsen van apparatuur, maar geldt net zo goed voor de prestaties en de levensduur van hun installaties. “Het is dan ook een voortdurende zoektocht naar welke leveranciers ons de meeste duurzame machines kunnen leveren.”

Voor alle andere leveranciers waar Breman contracten mee afsluit is de duurzaamheidsverklaring een onderdeel van de overeenkomst. “We hebben als samenleving nog een slag te slaan in het slimmer omgaan met energie. Op welke momenten van de dag gebruiken we onze stroom en hoe kunnen we de distributie en opslag van stroom beter borgen?”

Bernardo voegt hieraan toe dat ze ook kijken naar ze als bedrijf kunnen doen, zoals het verduurzamen van hun eigen panden. “Inmiddels zitten we hiermee op dertig procent en lopen we daarmee voor op schema. De doelstelling is om in 2025 het verbruik van eigen panden met 50% te hebben gereduceerd. Het grootste deel van ons wagenpark zal worden vervangen door elektrische auto’s. Voor onze medewerkers hebben we de Breman Energiebonus in het leven geroepen, voor wie hun eigen woning wil aanpakken. En in samenwerking met de corporaties – onze grootste opdrachtgevers – zetten we deze bonus ook in voor de mensen met de laagste inkomens, ter bestrijding van de energiearmoede.”

Werk-privé balans
Een actueel onderwerp binnen Breman is het stimuleren van een goede werk-privébalans. En dat betekent voor iedereen iets anders. “Hoe belangrijk wij het ook vinden dat onze mensen voldoening halen uit hun werk, wij vinden het ook belangrijk dat onze medewerkers voldoende tijd en aandacht kunnen schenken aan hun privéleven.”

Bij Breman wordt vanuit de situatie van de medewerker meegedacht over mogelijkheden die aansluiten op de individuele behoeften. “De één start liever wat later zodat de kinderen naar school gebracht kunnen worden, terwijl de ander de werkdag zo vroeg mogelijk begint om in de middag meer vrije tijd te hebben. Ook faciliteren we thuiswerken voor zover dat binnen de functie mogelijk is en bieden we een thuiswerkvergoeding. Door deze flexibiliteit te bieden houden we de verhouding tussen werkgever en werknemer in balans, we zorgen goed voor elkaar waardoor iedereen energiepositief zijn of haar werk kan uitvoeren.”

Bremanwetje
Ook Breman heeft te maken met krapte op de arbeidsmarkt en probeert er dan ook alles aan te doen om de deuren zo wijd mogelijk open te zetten voor iedereen die graag wil werken. “Zo heeft Reind Breman ooit, in overleg met de overheid en de sociale partners, het zogenaamde ‘Bremanwetje’ opgetuigd, waardoor Wajongers – jonggehandicapten met ondersteuning – méér mochten verdienen dan hun uitkering, zodat werken voor hen ook in financiële zin loonde.” Binnen Breman zijn op verschillende plekken Wajongers aan het werk.

Breman zou ook graag meer ruimte willen bieden aan arbeidsmigranten en statushouders en asielzoekers, maar loopt hierin – net als veel andere ondernemers – aan tegen te ingewikkelde regelgeving. “Dat is best jammer, want we hebben hier, met de oprichting van onze Breman Academy,  alle mogelijkheden om hen te helpen met bijvoorbeeld taallessen en inburgering.” Het feit dat de hoogste bestuursrechter nu heeft bepaald dat asielzoekers meer dan vierentwintig weken per jaar mogen werken, vindt Bernardo zeker interessant: “Iedereen die wil en kan werken verdient bij ons een kans.”

Gouden tip van Bernardo
“Start vanuit het besef dat we als mensen gelijkwaardig zijn, ondanks dat er verschillende rollen zijn binnen het bedrijf.”

Deel dit artikel: